Op pad met ZWIT - too
Blijf op de hoogte en volg hans en anneke
08 September 2012 | Luxemburg, Kleinbettingen
De caravan staat vlakbij huis. We zijn aan het schoonmaken en aan het inladen. De fietsen achterop en dat was nog een heel gepuzzel, maar het staat rotsvast. Verder is het motto: NIET TE ZWAAR! Eindelijk kunnen we beginnen aan een vakantie!
Wat zijn de plannen? Die hebben we niet, in zo verre, de eerste camping waar we heen willen is in Cochem. Dat ligt in het Moezeldal en daar zijn we meer dan 45 jaar geleden voor het eerst en het laatst geweest. Dat was de tijd dat je een flesje bier en een fles sherry thuis had staan en een bakje met sigaretten van verschillende merken.
Bij Cochem bezochten we een Weingut en ondanks de moeilijke naam staat één wijn ons nog steeds bij: Piesporter Goldtröpchen. Heerlijk was die. Eens kijken of we die weer kunnen vinden, for old times sake.
En wat we daarna gaan doen? Volledig afhankelijk van het weer. Zuid Frankrijk trekt ons wel, maar voor hetzelfde geld gaan we naar het Zwarte Woud, Beieren, we zien wel.
We gaan weer proberen een blog bij te houden om jullie te informeren over het hoe en waar van ons. Enneeh, Wil, weer bedankt voor je reactie: leuk en nuttig!
Zondag, 12 augustus
We zijn door de familie in Arnhem uitgenodigd om koffie te komen drinken voor we op pad gaan.
De caravan staat klaar, de laatste spullen uit huis gaan in de auto in we rijden om 10 uur weg. Aan het Sickeszplein vinden we een plekje om onze 11 meter lange combinatie te parkeren en staan de koffie en gebak klaar. Een uurtje later zijn wij klaar om aan onze eerste grote trip met ons nieuwe bezit te gaan beginnen. Anneke stapt in, ik stap in, de familie staat in de uitzwaaihouding en ik start de motor. NEE DUS! De startmotor ratelt maar de motor trekt ie niet aan. We balen als een stekker en weten precies waar het door komt. Onze garage is aan het klooien geweest met de bedrading voor de permanente stroom op de caravan als de motor draait. En daar is het nu fout gegaan. Met het contact af trekt de caravan, met name de koelkast gewoon stroom, ergo: de accu is leeg. Dat alles leren we van Hans van een Bovag garage die supersnel op de stoep stond. Wat heb ik de pest in! Ik was er al van overtuigd dat ze de radio ook op hebben geblazen en nu komt dit er over heen. Woest ben ik. We kunnen op pad maar zodra we stil staat moet de stekker uit het contact.
Goed, genoeg gemekkerd, de garage hoort hier nog van.
De caravan hangt lekker achter de auto en het rijdt comfortabel. We pakken de A12 en de rest van de wegnummers ben ik kwijt, maar we rijden niet alleen op A-wegen, maar ook over B-wegen en daar is niets mis mee. Nog dichter bij Cochem komen we in het landschap van de Vulkan Eiffel terecht en dan begint het echt spectaculair te worden. Niet alleen het landschap, maar ook het rijden. Je klimt redelijk gematigd de Eifel in, maar eenmaal boven is het wel de bedoeling om naar beneden te gaan richting Moezel. Nou, dat kraakte erover! Een kilometer of tien met een hellingpercentage van 10% en S-bochten, dat alles naar beneden toe. De Tom Tom was gevoed met de coördinaten van de camping en het klopte dan ook precies! Een scherpe draai naar rechts en we stonden op de oprit van de camping. Eerst maar eens aanmelden. Plek zat, zei de dame, zoek zelf maar een plekje. Lopend de camping Winneberg verkend en een mooi plekje gespot met de rug tegen een murmelend beekje. Torenhoge bergen met rotsen om ons heen en twee kilometer van Cochem af. Het beekje heeft ook een naam: de Endert.
Heel amateuristisch zet ik eerst de caravan met de deur aan de verkeerde kant (lachen en herstellen, dat gebeurt ons nooit meer!), de zaak omgedraaid, horizontaal gesteld, poten uitgedraaid en ondertussen hadden we al een stuk of wat aanbiedingen voor assistentie. Met wat moeite hebben we voortent er voor gekregen, maar het staat en we zijgen neer voor een drankje: het is inmiddels na vijven. Wat een rust, wat een panorama. We hadden onszelf een dinertje beloofd na onze eerste lange tocht en dat kan hier bij het aanpalende Hotel Restaurant Zur Winneberg. Ze hebben hun eigen forellenvijver en dat werd het dus: zalig. Om 22:15 uur had opa de pijp uit en kroop in zijn nestje. “Je wordt ouder, papa, geef het maar toe.” Er staan 306 kilometer op de teller.
Maandag, 13 augustus
Wat een heerlijke nachtrust! Slapen in onze sleurhut doen we als marmotjes. De zon piepte over de berg heen en scheen enthousiast op de caravan. De stoom sloeg van de auto af en de wereld ziet er hartstikke mooi uit.
We hebben nog het een en ander te regelen rondom de caravan en blijven ’s morgens op de camping. Schone, warme douches, een beetje gedateerd, maar ok. Na de lunch en het inwinnen van informatie werd het ons duidelijk dat Cochem maar ruim 2 kilometer hier vandaan ligt en dat de weg alleen maar naar beneden gaat. Dat klinkt leuk, maar de consequentie is dat je ook weer omhoog moet. M.a.w.: fietsen wordt het dus niet. De wandelschoenen aan en sjouwen. Bij de Sesselbahn kreeg Anneke en Flashback, mij zei het niets meer, maar we zijn hier eerder geweest! Het plaatsje zelf is zo toeristisch als de pest en de voertaal is zo’n beetje Nederlands. Maar toch wel leuk om te zien. Uiteraard een biertje op een terras aan de Moezel: mensjes kijken. Anneke had een Erdinger Weisshefe en was helemaal enthousiast, mijn biertje was een Bitburger en die wordt het dus niet meer. Het terug sjouwen naar de camping nam wat meer tijd in beslag (berg op) en we waren erg gelukkig met het feit dat we de fietsen mooi achterop de caravan hebben laten staan!
We komen Ed en Rita tegen en al op het eerste gezicht klikte het. Dus kwamen ze even een drankje halen. Het zijn ervaren rotten in het caravanwereldje en we kregen vele tips en antwoord op al onze vragen. Tegen half acht begint het een beetje te spetteren en een ieder sloot de dakluiken en schoof ritsen dicht. Het koelde daarna lekker af. Binnen hebben we een risotto met kip verorberd en om 22:00 uur begon weer te dreigen met slaapneigingen. Om half elf lagen we erin en werden in slaap gefluisterd door de beek de Endert.
Dinsdag, 14 augustus
De zon komt boven de bergen en alles wat tent, caravan of auto is staat te stomen: een mooib gezicht. Na ontbijt en koffie togen we op pad, solo dus, zonder caravan. We wilden naar het plaatsje Nehren want daar is een leuke wandeling te maken met als hoogtepunt Romeinse Grafkelders. De bedoeling was om langs de Moezel naar het zuiden te rijden, daar te parkeren bij Nehren en dan de wandeling te doen. Hoe verkeert kan het gaan! We reden Cochem in maar konden niet rechtsaf langs de Moezel en werden weer teruggeleid. Tommetje zei dat we linksaf moesten en ik voorzag al een spectaculaire rit en dat werd het. De B49! Steil omhoog, super haarspelbochten! Op een gegeven moment stonden we boven op een mega-heuvel met rondom een geweldig uitzicht. Van daaraf ging het met donderend geweld weer naar beneden en kregen we de Moezel in beeld. Maar ook een bordje dat verwees naar de Romeinse Graftempels. De auto in de schaduw geparkeerd en wandelen maar. We hadden al zo’n vermoeden: de Fremden Verkehrsdienst was weer bezig geweest en had er twee tempeltjes “gereconstrueerd”, het zag er niet uit. Maar wel een mooi uitzicht over wijnvelden zover het oog reikt. We zagen de Moezel liggen en dat moesten we kunnen vinden met de auto. Het lukte! Een fraaie route langs Ellenz-Poltersdorf emt aan de overkant Beilstein. Steile rotsformaties, steile hellingen met druivenstokken en hier en daar een ruïne. Het kronkelde verder langs Ernst en zo richting Cochem. Het is nog steeds lekker warm en het enioge wat we vanmiddag willen gaan doen is wat inkopen scoren. In Cochem zit een Lidl en een Rewe, dus keus genoeg.
We kochten wat noodzakelijke dingen, waaronder een paar lekker gemarineerde varkensnekken. En je voelt hem aankomen: de COBB werd opgestookt, verwonderde blikken van voorbijgangers, de nekken erop samen met ui, champions en paprika en sudderen maar. De aardappeltjes werden voorzien van een roosmarijnsausje. De kooktijd werd bekort met het nuttigen van een sapje. Het smaakte voortreffelijk: wat een vinding is z’n COBB! Geen aangebrand vlees, maar lekker mals en gaar. Aangezien we ons bedje eindeloos lekker vinden lagen we er ook weer niet te laat in.
Woensdag, 15 augustus
We waren weer mooi op tijd vanmorgen. Verse broodjes gehaald, lekker ontbijten en koffiedrinken en alsjeblieft geen gestress. We hadden van verschillende kanten al gehoord en in foldertjes gelezen, dat er een grote ruïne vlakbij boven op een berg stond die het bezoeken meer dan waard was. Reeds om elf uur, dan is het nog niet zo warm, togen we op pad. Door een prachtige natuur ging het redelijk steil omhoog, zelfs S-bochten zaten er in de wandelroute! Maar de beloning was groot. Na een laatste steile bocht stuitten we op een brede houten brug over een grote kloof… en daar zagen we het. Gigantisch groot en heel hoge delen. De eerste stenen werden in de tweede helft van de 14e eeuw gelegd. Een paar honderd jaar later vonden de Fransen het noodzakelijk om deze burcht af te breken, hetgeen resulteerde in een gigantische hoop stenen, keien en leistenen. Niettemin kun je nog veel zien en herkennen van het oorspronkelijke grondplan inclusief een erg hoge ronde toren. Al voor één uur waren we weer terug op de camping, die allengs leger wordt. De lunch achter de kiezen, de laptop op schoot, geen internetverbinding, knikkebollen……… tot zo!
Ben ik weer. We hebben nog wat bijgepraat met Ed en Rita en daarna zijn we bezig gegaan met het afbreken van de voortent en het alvast opruimen van zoveel mogelijk spullen. Alles is nu lekker droog en daarom doen we het nu. De planning is het plaatsje Wolfach in het Zwarte Woud. Volgens de navigator is het een 370 kilometer: dat moet wel kunnen.
Donderdag, 16 augustus
Eigenlijk waren we om 10 uur wel klaar om te vertrekken, maar we moesten van iedereen toch nog even afscheid nemen en zo kwam het dat we pas om kwart voor elf reden. Ik zal niet al te veel uitweiden, maar na vier uur rijden achter Truus (navigatrice) aan waren we 100 kilometer opgeschoten en hadden we het Moezeldal aan alle kanten bekeken. We hebben Truus uitgezet en met Anneke als navigatrice lukte het ineens een stuk beter. De route kwam in grote lijnen hier op neer: Trier, Saarbrücken, Pirmasens, Landau in der Pfalz, Karlsruhe, richting Strasbourg, Offenburg en daar het Zwarte Woud in. Dat laatste stuk was geweldig, wat een natuur en wat ziet alles er mooi uit! Via Haslach, Hausach naar Wolfach en dan naar de bestemming Kirnbach. We hadden al begrepen dat dit een heel bijzondere camping was. Nou, zo zag het er ook uit. Steil tegen de rotsen en tussen de bomen aangeplakt allemaal plekjes voor tenten en caravans en een enkele camper. Zelf naar boven rijden met onze combinatie kan niet: de eigenaar komt met een heel oud trekkertje naar de weg, haakt de caravan eraan en sleurt ‘m naar boven.
En zo gebeurde het ook. Er was even nog geen geschikte plaats vrij, maar we konden onze ZWIT – too voor de nacht wel even kwijt op een parkeerplaats.
We hadden de afstand gecalculeerd op zo’n 360 kilometer en het zijn er 411 geworden! Ook deels veroorzaakt door wegversperringen en omleidingen, maar evengoed een beste afstand voor auto en caravan. Maar…. we kijken onze ogen hier uit!
Vrijdag, 17 augustus
We hadden alle tijd vanmorgen want vanmiddag kunnen we pas naar het door ons verkozen plekje. De camping `wat rondgewandeld, zeg eigenlijk maar rondgeklommen en tot de conclusie gekomen dat het beoogde plekje overdag zowel schaduw als zon heeft. Om half twee kwam een van de zusters met de tractor naar boven, pikte ZWIT – too aan en hakke pufte naar boven. Feilloos alle bochten pakken en ‘m keurig neerzetten waar wij ‘m hebben wilden. Hij moest nog wel even omgedraaid worden en dat gebeurt met de hand. De trekker mag niet op de grasveldjes komen, vandaar. Op het gemak afgewacht tot de zon wat minder op de hut scheen en toen de voortent er aan vast gezet. Tafeltje, droogrekje, afvalzakhouder, stoelen enz. Alles opgebouwd en neergezet: het is borreltijd, we zouden het bijna vergeten. Op de tegenoverliggende berg zagen we vanmorgen wel twintig reeën rond grazen: fantastisch. Overigens is het heerlijk warm weer en de aanstaande dagen wordt er een hittegolf voorspeld. We zijn hier nog wel een paar dagen.
Zaterdag, 18 augustus
Wakker worden in een prachtige natuur met al lekkere temperaturen, wat wil je nog meer?
Nou, wij wilden meer! Hier in het Schwarzwald hebben alle gemeentes afgesproken dat er voor iedere overnachting € 0,30 afgedragen wordt aan de betreffende gemeente waar je bivakkeert. Of dat nou een Gasthaus, een hotel of een campingplaats betreft, dat maakt niet uit, het zit gewoon in je overnachtingsprijs. Je kunt er vrij gebruik mee maken van openbaar vervoer, zoals de trein en de bus. Maar ook kortingen bij attracties en gratis toegang tot vijf zwembaden!
Wat wij wel wilden zien was Duitsland hoogste waterval in Triberg. Wij wonen vlak bij Nederlands hoogste waterval, dus moeten we deze zien. We hadden een leuke route uitgevlooid en reden dus prompt verkeerd. Maar, niets is ons te dol, we vonden de juiste weg en een illegale parkeerplaats en we stonden aan de voet van het Het Grote Gebeuren. 160 meter hoog, maar met een grootste vrije val van wel 13 meter! Wow! Na betaling (met korting) begonnen we aan de klim naar boven. Tandjes, wat was dat steil maar wel erg fraai. Bij de kassa werden zakjes pinda’s verkocht om eekhoorns te lokken en te voeren en dat werd ook druk gedaan. Er vloog ook een bijzondere vogel rond die we niet kenden, maar hij leek op een bonte specht, maar dan niet bont, maar bruin wit gespikkeld. Het was er gemeen druk en dat bracht ons op het idee dat het best wel eens zaterdag kon zijn. Na een andere terugweg te hebben uitgezocht belanden we op het zonovergoten terras met parasols en een glas Ketterer (…drinker sind Netterer). Een Weizen dus en dat weten we te waarderen met deze temperaturen.
Terug richting Wolfach/Kirnbach naar de camping, maar eerst even boodschappen doen bij Lidl die in Hausach zit. We kunnen er weer twee dagen tegenaan met ons voer. ’t Is zes uur, we zitten in de schaduw voor ons hutje en genieten van een drankje en een kaasje. Voorlopig even niet bewegen!
Zondag, 19 augustus
Alweer een stalende dag, bloedheet eigenlijk. Maar we hadden begrepen dat de Schwarzwaldbahn, de gratis lokale trein, airco heeft, dus dat lost een deel van de hitte op. Na veel gepuzzel besloten we om in Hausach op te stappen en niet in Halbmeil of Wolfang en naar Donauesching te gaan. Zoals u allen weet ligt daar de oorsprong van de Donau. Via Hornberg, Triberg (die van de hoogste waterval), St Georgen, Villingen naar Donaueschingen. De trein deed er een uur over en we passeerden zo’n 40 tunnels. Het uitzicht was magistraal vanuit de dubbeldekkertrein. Bij aankomst golfde de hitte over het perron, gauw een beetje schaduw zoeken om het Stadtplan maar een te bekijken. Het werd een groot park met veel gras, boompartijen en vijvers. De twee uientorens markeerden het vlakbij gelegen centrum. De kerk werd bezocht en we aarzelden nog of we het museum zouden bezoeken, nee dus maar. Na een grootse gelatto was het alweer tijd voor de terugweg naar het station. Wat je veel ziet zijn in wielrenkleding gestoken, afgetrainde lijven op superfietsen. De truc schijnt te zijn om met de trein naar een hoog punt te gaan en dan met een bloedgang bergaf richting bestemming te scheuren. Na weer 40 tunnels stonden we in hausach waar onze auto zo’n beetje stond te koken. Deuren open, motor starten, airco vol aan en even wachten in de schaduw totdat de temperatuur wat gezakt was. Op de camping stond ons huisje al in de schaduw, dat wel, maar het was binnen ook een oventje. Alles open en doortochten maar. Veel drinken is het devies bij grote hitte en dat hebben we maar opgevolgd. Voor het slapen gaan en oogjes toe hebben we het dekbed maar uit de hoes verwijderd: alleen de overtrek was warm genoeg. Het lijkt de Caribbean wel.
Maandag, 20 augustus
En weer stonden we op met geweldig weer, nou, eigenlijk was het al gelijk erg warm. De temperaturen hier in deze regio haalden de 39 graden, bij ons was het wellicht iets minder heet, maar toch. We hadden beiden niet veel trek om iets te ondernemen buiten de camping, maar er is altijd wat te doen. Ik noem maar wat: de watertank vullen met zuiver bergwater, het spoelwater van het toilet aanvullen met zuiver…. De grijswatertank legen en dan ook maar de zwartwatertank. En er moet ook een keer geïnternet worden om nieuwsgierige lezers te bevredigen. Na een biertje en een Weisse genuttigd te hebben op het terras van onze onovertroffen camping Zur Mühle te Kirnsbach, zijn we een stukje naar beneden gewandeld naar de Mühle waar de camping haar naar aan te danken heeft. De watermolen deed het niet, het rad stond stil. Maar er stond wel een auto bij en er liep een mannetje rond. Toch even kijken. Wel, hij was als vrijwilliger ingeschakeld om 1 x in de week het waterrad te voorzien van vet en dat deed ie met overgave. Hij vertelde er uitgebreid 6 x over en toen wisten we het wel. Ook dat er donderdag gedemonstreerd zou gaan worden met de molen, ook zes keer. Ach, en dan ’s avonds eet je wat simpels en je drinkt wat koffie, leest een boek en dan ga je weer slapen.
Dinsdag, 21 augustus
Nog steeds heet, maar we wilden wel wat zien. Het werd het Schwarzwälder Freilichtmuseum Vogtsbauernhof. Zo, da’s een mond vol. Het ligt in Gutach en dat is bij ons in de buurt. Het is een openluchtmuseum en je moet een beetje denken aan het Openlucht Museum in Arnhem of het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Hier betreft het natuurlijk allerlei huizen en gebouwen uit het Schwarzwald en ook hier zijn complete bouwwerken naartoe gesleept. Het Vogtbauernhof dateert van 1612 en stond al op deze plaats. Het oudste gebouw is de Hochschwarzwälder Speicher uit 1590. Dit is een opslag- en voorraadhuisje. De Hippenseppenhof dateert uit 1599 en is een gigantisch bouwwerk in vrijwel originele staat. We zagen klop- en plokzaagmachines, verticale zagen, weefgetouwen, oliemolen, graanmolens en die werden allemaal door waterkracht aangedreven. Ook klederdrachten kwamen aan bod. Waar ik het meeste last van had was die boeren in die jaren allemaal veel kleiner waren als ik nu! Een kopstoterig museum dus. Resumerend: een geweldig museum waar je overal in- en aan mocht komen.
Wat we nog niet hadden genoten was de echte Schwarzwalder Kirsch Torte, maar nu dus wel. Da’s niet verkeerd op een zonovergoten terras in de schaduw. Toen we de pijp echt uit hadden zochten we de KIA maar weer op die voor oven speelde. M’n zakje Tum Tum helemaal in een stuk! Waar we ook nog niet geweest waren was in Wolfang, het stadje hier vlak bij. Ook dat was een prettige openbaring. Veel vakwerkhuizen en een mooi stadhuis. Tijd om in de schaduw neer te strijken. Over vieren zijn we op de camping en gooien beiden een halve emmer steenkoud bergwater over ons heen. Man, dat is zweten zo’n dag!
Woensdag, 22 augustus
Niet zoveel te melden over vandaag. We hebben ’s morgens een rondje camping gelopen en ik kan je vertellen dat dat een kuitenbijter was. De beloning was natuurlijk een geweldig uitzicht! Met de voorburen (mooie camper) hebben we een koffietje (zoals de Belgen zo mooi zeggen) gedronken bij onze caravan. Het is weer prachtig weer, niet zo bloed verziekend heet als de afgelopen dagen gelukkig. We willen morgen weer een eindje verder en met dat in het achterhoofd begonnen we vast voorbereidingen te treffen. Na een biertje besloten we te stoppen met dat gezwoeg en maar eens in Wolfach te gaan kijken voor een kek restaurantje. Lekker buiten op een terras hebben we een half varken achterover geslagen in de vorm van Schnitzels. Half litertje rode wijn, een coup ijs, een espresso dopio met een grappa ernaast…je hoort ons niet klagen. De camperburen nodigden ons uit voor een wijntje en dat was ook erg gezellig. Ze kochten ook nog een boek van ons: ’t gaat maar door. Om 00:00 uur lagen we in het kooitje.
Donderdag, 23 augustus
Ik heb vannacht een partij beroerd geslapen, je wilt het niet weten. Ik droomde dat ik met de auto en de caravan erachter van ons plekje weg moest zien te komen. Zoals gemeld zijn we er door een tractor heen gesleept, maar die was nu niet ter beschikking. Ik heb de gekste capriolen uitgehaald, kwam in doodlopende straatjes terecht, moest een steile helling achteruit de caravan omhoog duwen, kortom: ’t zweet liep over m’n rug!
Maar hoe het wel ging?
We waren voor achten al uit de veren want we wilden op tijd gaan rijden. Het doel was Campingarten Wahlwies in Stockach-Wahlwies. Stockach ligt een beetje Noord West van de Bodensee, een kilometer of acht van de Überlinger See, die in verbinding staat met de Bodensee. We hadden al gehoord dat er langs de boorden van de Bodensee ook veel campings zijn, maar dat je daar geen haringen nodig hebt: je knoopt je scheerlijnen gewoon aan de haringen van de buurman/Nachbar/Neighbor/Voisin vast. Da’s dus niets voor ons. On prefere la silence. Alweer een kleine camping (die zoeken we bewust op) maar nu niet op steile terrassen maar in een appelboomgaard. We kregen een super plekje in de schaduw van… een appeldoom. Plof, plof: we gaan appelmoes maken.
Maar hoe ging dat nou in Wolfach?
Buurman camper had ook een beetje knikkende knieën maar stuurde zijn camper feilloos van het ene naar het andere terras. Dan een combinatie auto/caravan (ook een beetje bleek om de neus) die het ook flikte. Allemaal met hulp/aanwijzingen van de campingbazin die zelf niet op het trekkertje kan en wil rijden. En toen waren wij toch echt aan de beurt. Ook wij kregen een paar extra handen en de ZWIT too wielde keurig achteruit naar de verharde weg alwaar de KIA klaar stond om aan te pikken. Eerst een bocht naar links, strak rijden langs de rechterkant (stenen muurtje) en dan 100 graden naar links. Dat stukje ging dus ook al steil naar beneden. Links stenen muurtjes op spiegelhoogte, rechts een simpel hekwerkje van stalen buizen en een caravan die 2.30 mtr breed is. De volgende lakmoesproef komt al na 50 meter: een scherpe draai naar rechts en recht voor de 25 graden naar beneden-helling zien te komen. Daarbij dient de goot en het dak van het woonhuis gespaard te blijven.
Het lukte me allemaal zonder gevloek of getier en zonder schade aan mijn en dijn spullen. Pfffftttt!!
De route kenden we gedeeltelijk een voerde ons langs Gutach (riviertje en dorpje), een Duizend Klokken Winkel bezocht met van die Koekkoeksmeuk uit het Schwarzwald, Triberg en daarna het kompas op Villingen/Schwennigen. Een prachtige tocht met mooie wegen en weidse uitzichten. Wat bochtjes links en rechts en dat stuurde aan op Donaueschingen, Geisingen, Engen en dan Stockach. En daar zitten we nu. Een leuke tocht van 110 kilometer en een lekkere camping met vriendelijke gastheer en –vrouw Volker en Andrea. Even een klein buitje en nu weer stralend weer.
Vrijdag, 24 augustus
Gisteravond rond tienen zagen we achter de bergen bliksemflitsen, de temperatuur zakte wat, maar nog steeds aangenaam. Een kleine twee uur later, we lagen al een uurtje in het nestje, begint het te waaien en te regenen, gigantisch. Ik spring m’n bed uit en kijk wat er buiten gaande is. Anneke heeft niets in de gaten en slaapt lekker door. De chaos is groot, de voortent is door de plotselinge windbuien van z’n tentpalen afgerukt en flappert alle kanten op. Stokken vliegen door het zwerk en scheerlijnen zie ik al helemaal niet meer. En het regent keihard, ook dat nog. Ik red wat er te redden valt en ineens is Anneke ook van de partij. De voortent moet eraf en wel zo snel mogelijk! We werken gezamenlijk de drijfnatte tent de auto in, zoeken wat tentstokken bij elkaar en hebben het idee dat we verder niets kunnen doen. Gauw naar binnen, elkaar afdrogen en luisteren naar het gebulder. Bij tijd en wijle even een blik naar buiten maar er is niets meer wat we kunnen doen. Dit valt kennelijk ook onder de steep learning curve.
Vanmorgen was het een beetje veel natte boel, maar na ontbijt en koffie zijn we begonnen de zaak weer op te zetten. Op een verbogen haak, missende haringen en een scheerlijn die verdwenen was was alles compleet en heel. Het is een bewolkte dag en de weersvoorspellers geven 20 graden aan en nog twee dagen van bewolking en tegenvallende temperaturen. Ok, het zij zo.
Na de lunch de wereldstad Stockach maar eens in. Daar ben je gauw mee klaar, want het is erg klein. Wat boodschappen gehaald, een paar teenslippers in de uitverkoop gescoord (Rieker he!) en weer terug naar de natte camping. Benieuwd wat het weer gaat doen.
Zaterdag, 25 augustus
Bij het opstaan was het een beetje bewolkt, maar hoe dichter we bij de koffie kwamen hoe beter het werd. Er werden wat praatjes gemaakt met de wederzijdse buren, oplossingen bekeken aan nieuwere caravans en plannen gemaakt voor vanmiddag.
Na bestudering van de kaart besloten we Blumen Insel Mainau te gaan bekijken. André Rieu heeft daar ook eens een concert gegeven en daar wisten we het bestaan van. Een kleine dertig kilometer rijden en we staan op een groot parkeerterrein wat uiterst vol stond! Bij de weelderige hoofdingang begonnen we te bevroeden dat de entree niet voor niets zou zijn. En dat bleek: € 16,90 x 2 personen + € 4,- parkeren = € 37,80. Nou, dan mag je wat verwachten, toch?
De wandeling begon over de schaduwrijke Metasequoia Allee. De naam zegt het al: Sequoia’s links en rechts van ongeveer 150 jaar oud. Want zolang zijn er al activiteiten aan de gang op dit eiland. De Kruidentuin werd onderzocht en je gelooft het of niet: Anneke kende bijna alle kruiden bij naam!
Ik ook, maar dan de Duitse naam die op het bordje stond: eenvoudig. Bij de seizoentuinen werden we een beetje bij de neus genomen vonden we, want het had niets met seizoenen van doen, maar met landen. We zagen een tuin van St. Vincent voorbijkomen, Cuba, St Lucia, Galapagos en nog een paar streken. Niet zo sterk.
De discussie ging bij ons over wel of niet de vlindertuin en het werd (gelukkig) wel de vlindertuin. Prachtige grote exemplaren vlogen er vrolijk rond en iedereen zwaaide met camera’s in rond: levensgevaarlijk. In het obligate waterpartijtje lagen een bos rood- en geelwang waterschildpadden.
Eenmaal weer buiten was de ijsboer niet ver weg.
Eer een wandelingetje verder doemden het Barockschloss en de Schlosskirche op. Ook die zijn evenals de tuinen 150 jaar oud. In de kerk werd net een huwelijk ingezegend met een hoog jasje/dasje-gehalte. Het werd tijd om terug te wandelen. Nu via een andere route, maar wel steeds met fraaie bloempartijen en grote, oude bomen. Aan deze zijde van het eiland zijn alle kinderactiviteiten bij elkaar gebracht en dat ziet er erg gevarieerd uit.
De vraag was: “Was het dit geld waard?” Ja, vinden we beiden, het is heel mooi om te zien hoe alles bloeit en groeit en hoe fraai alles onderhouden is en wordt.
We vonden ons autootje weer terug en reden naar Stockach voor wat inkopen. In een Edeka vonden we zelfs een verse forel en die hadden we in gedachten voor op de COBB. Ik kocht ook nog twee stukjes vlees voor morgen en was twee keer zo duur uit als de hele forel! Ik wist niet dat kalfsnekbiefstuk zo duur was! Het is inmiddels aan het afkoelen, er verschijnen donkere wolken aan de hemel en er steekt weer wind op. En ja hoor, tijdens het afwassen begint het voorzichtig te regenen en nu giet het er weer overheen. We zitten binnen, met af en toe een rookpauze onder de luifel.
Zondag, 26 augustus
Het is lange broeken weer vanmorgen. Veel wind, veel wolken en fris dus. Bij onze Groningse overburen een kopje koffie gedronken en besproken wat zij willen gaan doen. Ik heb ondertussen de weerkaarten van Europa eens bekeken en we komen tot de conclusie dat Italië toch wel het mooiste weer heeft. 25 tot 28 graden lijkt ons erg aanlokkelijk. Gelijk de afstand maar even opgezocht: een kleine 400 kilometer. ’n Nadeel is dat we voor de passage van Zwitserland twee autobahnvignetten nodig hebben, een voor de auto en een voor de caravan. Maar ja, we hebben gezegd dat we gewoon het mooie weer opzoeken als het slechter wordt. De buren blijken ook die plannen te hebben.
’s Middags hebben we de auto gepakt en zijn we langs de Überlinger See naar Überlingen gereden. Tandjes, da’s toeristisch, maar wel heel erg leuk. Veel boten op het water. We hebben een kerk bezocht en een wandeling langs het water gemaakt. En dat maakt dorstig! We belandden in ARAN, een brood- en koffiehuis. Heel oud en heel druk. Voortreffelijke koffie en nog lekkerder taart: Allgauer Nussgeback, geweldig. We waren om half zes weer bij de ZWIT – too en het stond er allemaal nog. We gaan eens een beetje in campinggidsen snuffelen.
Maandag, 27 augustus
En dat hebben we ook gedaan. ’t Moest maar niet Zwitserland worden, want dat is (op de benzine na) barstens duur, zagen we in de campinggidsen. Dan maar naar de zon toe: Italië moest het maar worden. We snuffelden wat rond en vonden aan het Lago Maggiore een camping die wel voldeed aan ons wensenlijstje.
Maar, vond Anneke, enige activiteit mocht er wel ontplooid worden. “Haal nou verd…. die fietsen eens een keer van stal, die slepen we niet voor niets mee.” Heftig gemor van mijn kant, maar ter wille van de lieve vrede toch de twee fietsen van de drager afgesloopt. Anneke had een fruitboertje gespot in Wahlwies en dat vond ik redelijk befietsbaar, dus vooruit met de geit. Wat denk je wat? Zit er toch een slinger in m’n achterwiel! Goh, wat erg, kan ik toch echt geen tochten mee fietsen! Verdrietig de fietsen maar weer op het rek geladen.
Op het eind van de middag hebben we alles afgebroken wat we droog aan boord wilden hebben, dus er staat nu een kale caravan die bijna gereed is om te vertrekken.
We hebben nog wat gesprekje links en rechts met campingburen, dokteren ’s avonds de route uit en liggen er op tijd in. ’t Wordt koud vannacht.
Dinsdag, 28 augustus
Om half acht uit de kooitjes: ’t is nog redelijk stil op de camping. Een wasbeurt, ontbijt en koffie en vervolgens ga ik naar het campingbureautje om af te rekenen. Ik vertel ons plan aan Andrea om over Zürich en de St Gotthart Tunnel naar Italië te rijden, waarop ze zegt dat j e beter over Konstanz kunt rijden en dan via St Margrethen en Chur naar de St Bernardino Tunnel en vervolgens op Bellinzona en Locarno aan te sturen. Daar gaat m’n planning. Ik ben altijd in voor betere oplossingen dus gooien we ons schema om. De trip onder de Bodensee door schiet niet echt op, maar heb je eenmaal de snelweg te pakken richting zuid dan gaat het als een speer. We genieten van het prachtige landschap, we sjorren omhoog tot 1400 meter en zakken weer af naar 200 meter. 14 kilometer downhill met een percentage van 8%, daar moet je je kop ook bij houden.
We komen in het Italiaanse deel van Zwitserland en het ziet er allemaal totaal anders uit. Vanaf Locarno weten we dat we nog zo’n 45 kilometer langs de Lago Maggiore moeten rijden en da’s geen feestje. Italianen zijn nogal stoere rijders (vinden ze van zichzelf) en nemen per definitie de binnenbocht waar wij met onze combinatie van 14 x 2.30 meter ook net rijden. Met de rechterkant vlak langs de rotsen over een echt smal weggetje. We vonden met een beetje moeite de camping die we zochten (na twee keer een volle camping opgereden te zijn!) maar ook die was vol. Doorrijden was het devies. Uiteindelijk lukte het ons een camping te vinden aan het meer waar nog plaats was. Een rij van 11 vaste standplaatscaravans langs het meer en voor de rest een leeg veld erachter. En daar staan we nu. We kunnen de ZWIT – too makkelijk tussen twee bomen parkeren, maar onder het stuurboord wiel moet wel een leveler-blok om de zaak recht te laten staan. Maar we willen er ook weer zo snel mogelijk weg. Morgen in de buurt rondkijken maar dan verder van het water af. We hebben wat gevonden wat we eerst per auto zonder caravan gaan bekijken. Man, we zijn allebei een peu afgedraaid na zo’n 360 kilometer bultje op en bultje af. Ze noemen dat hier geloof ik de Alpen!
Woensdag, 29 augustus
Ik ben maar even gaan vragen wat de kosten waren, daar hadden we gisteren geen zin meer in. En dat was even schrikken: € 33,- per nacht! Hadden we nog even overwogen om hier nog een nacht te blijven staan en dan weg te wezen, dat idee werd prompt verworpen!
Dus de auto gepakt na ontbijt en koffie (nette wasgelegenheid, dat wel) en 2,2 kilomter gereden de bergen in en daar vonden we een ACSI-camping voor € 16,- omdat hier het Grijze Brigade seizoen al is aangebroken. Camping Tranquilla in het plaatsje Baveno. Op het hele kleine fotootje in de campinggids stond zelfs een zwembad afgebeeld, ’t zal wel. Campingbaas Roberto ontving ons in minstens vier talen en dit alles door elkaar. Maar we begrepen het allemaal. Ja, hij had nog wel vrije plekken en sjouwde ons de hele terrassencamping over. Waar ik dan op let is of en hoe ik op een plekje kan komen en hoe ik er later weer vanaf kan komen. We vonden iets wat ons wel leek (nou, mij dan, Anneke zag allemaal seizoenplaatscaravans). Hup, terug naar de caravan, aanhaken en wegwezen na achterlating van € 33,-. Met een beetje hulp van Roberto en zijn maatje en wij tweeën werd de ZWIT – too keurig tegen een muur aan geparkeerd, auto er dwars voor, poten uitdraaien, stroom erop, vuilwatertank eronder en nog een paar klusjes: we staan! Om de tent er nog voor te zetten lijkt me niet nodig: we hebben schaduw en zon om ons heen.
De toiletten en douches zien er brandschoon uit en de zwembadjes idem. Jawel ze zijn er echt!
Brood konden we halen bij de Panaderia (heet dat zo in het Italiaans?) en brood heet pane.
300 meter, zei Roberto en dat was wellicht ook zo, maar de terugweg leek wel een kilometer: zo verschrikkelijk stijl. Maar wel heerlijke pane.
Het zwembad is tussen 1 en 3 uur gesloten. Om half vier waren we er wel aan toe om een baantje te trekken. Anneke plonst erin en ik sta te klappertanden op de kant. Iemand zwaait naar ons en we gaan er naar toe. “Badmutsen opzetten” is de opdracht. Ja ja, Italië hè!
Maar evengoed: erg lekker en vrijwel naast de caravan! Tjonge wie had dat gedacht en dat voor € 16,- per nacht!
Donderdag, 30 augustus
Gistermiddag zag je ‘t weer er ineens toch wat anders uit, het betrok en het begon te waaien. En er wordt regen voorspeld. Toch maar de voortent erop zetten. Aldus geschiedde. De regen viel mee, maar de wind deed z’n best om onze voortent aan flarden te krijgen, maar dank zij de stormbanden bleef de zaak keurig staan. De Nederlandse buren komen even langs om kennis te maken, vervolgens begint het te spetteren, ze schuiven hun stoelen ook maar onder onze luifel en we moeten hun hele geschiedenis aanhoren tot half tien! Toen had ik het wel gehad en begon te dreigen dat we nog wel moesten eten. Na enig herhalen viel het kwartje en kon Anneke iets in elkaar draaien.
Gek hè, het valt ons op, dat de (iets) beter gesitueerde caravanners, kennelijk alle mogelijke moeite doen om te verklaren waarom ze met een caravan op reis zijn! Ik vind het maar vreemd.
De weerberichten voor vandaag (en nog een paar dagen) zien er niet goed uit. Wil je mooier weer dan moet je een paar honderd kilometer zuidelijker zijn, wordt ons duidelijk.
Maar we moeten ook nog boodschappen doen en o.a. wat Italiaanse wijntjes regelen. Karin, een Belgische dame die hier al 46 jaar komt ( ze was drie toen ze hier voor het eerst kwam!) wist ons te vertellen waar we goed inkopen konden doen.
Van Baveno naar Feriolo en dan naar Gravellona Toce en daar zit de Coop in een heel groot winkelcentrum en verder een hele hoop andere winkeltjes. Die Coop is super! We hebben lekker lopen inslaan, vervolgens toch maar een hapje gegeten (Pizza? Ja Pizza!) en door de regenbuien weer op Baveno aan.
We nodigen Karin uit voor een kopje thee want voor drank is het nog te vroeg. Genoeglijk met z’n drieën zitten babbelen. ’t Is nu HH tijd dus hier stopt ’t even.
EN WE ZITTEN BINNEN MET EEN LANGE BROEK AAN!
Vrijdag, 31 augustus
De weersverwachtingen zijn ronduit slecht. Wil je zon opzoeken moet je een paar honderd kilometer zuidelijker en dat gaat het niet worden. Vannacht heeft het een paar keer geregend en stevig gewaaid. Maar de voortent staat strak en de stormbanden zitten diep in de grond verankerd.
Anneke en ik hebben een ei gelegd: we gaan naar Aosta, schuin onder de St. Bernhard Tunnel. Vandaar uit kunnen we westwaarts gaan, Frankrijk in, of noordwaarts naar Zwitserland. Dat zien we nog wel.
Eerst maar even over vandaag. Hier in Baveno staat een heel oude kerk: Chiesa Santi Gervaso e Protasio. We veronderstellen dat het redelijk te bewandelen is en dat bleek ook zo te zijn. Het kerkje is een typisch voorbeeld van de Romaanse architectuur. De klokkentoren van zes verdiepingen hoog en met een carillon, is gebouwd tussen 1050 en 1075 n.C. De kerk zelf is ontstaan in 1150 en dat duurde ook zo’n 25 jaar voor die af was. Links daarvan loopt een galerij met pilaren met aan de wand fresco’s van de kruisweg. Goeddeels nog zichtbaar. Ook in het kerkje zijn geweldige muurschilderingen te zien: een lust voor het oog. Verder staat er nog een klein kapelletje “van het heilige graf”. In een nieuw bijgebouw is een expositie te zien over hoe het roze marmer van Baveno gewonnen wordt, vroeger en nu. Interessant. Baveno ’s Roze Marmer schijnt heel beroemd (en duur) te zijn.
De voorspelde plensbuien blijven uit en soms kunnen we even van de zon genieten. Als het waait wordt het gelijk koud. Om half vijf besluiten we om de voortent met alles d’rum und d’ran alvast neer te halen, schoon te maken en op te ruimen. We lenen van Karin even een bezem en vegen de voortentmat ook even aan. Ook opgeruimd. Er staat nu een kale caravan, zodat we morgen op tijd richting Aosta kunnen rijden. De afstand volgens Truus is een kleine 190 kilometer, dus da’s niet te gek. We zitten alweer binnen, maar wel met de deur open en redelijk warme kleding aan.
Zaterdag, 1 september
En regenen vanmorgen, mega!
Nog maar even afwachten wat het wordt, zo kunnen we niet weg. Er werd een deadline gesteld: als het om elf uur nog plenst, stellen we het vertrek een dagje uit. Ondertussen kijken we weerberichten na waar dan wel lekker weer zit. Ik kijk even bij Aosta, ons eigenlijke doel voor vandaag, en zie een temperatuur van -0,2 graden! Nou hadden we gisteren van een Italiaan al iets gehoord over sneeuwval, dus erg verbaasd was ik ook niet. Ik ventileer mijn gedachten bij Sergio, campingbaas, en Roberto en die beginnen allebei te lachen. “Kom maar even binnen kijken op de computer”. Binnen = in dit geval een oude tramwagon uit Zwitserland die dienst doet als kantoor/receptie. Ik kreeg live beelden te zien van een webcam van het centrum van Aoste: geen paraplu te zien. Maar ja, Anneke had van de nood een deugd gemaakt en een 7 kilo wasmachine vol gekieperd. En wat denk je? Om een uur twee werd het weer een stukje beter, in ieder geval droog! Het zij zo, zeiden we tegen elkaar. Laten we maar eens in Stresa gaan kijken, een plaatsje zuidelijker. Tijdens dat ritje langs de kust weet je niet wat je ziet aan protserige hotels en niet te klein, hè, gewoon joekels met honderden kamers!
Na wat gedool door de oude, nauwe straatjes, volgepakt met souvenirwinkeltjes, kwamen we natuurlijk op een mooi pleintje met een zonnig terrasje. De twee glaasjes wijn kostten samen € 5,-, kom daar in Nederland eens om.
We zagen veel Pinokkio poppetjes en –speelgoed en vroegen ons af waar dat dan op sloeg. Het kwartje viel al gauw: op z’n Italiaans is het Pinocchio en dat is dus een Italiaans sprookje, stom hè?
Zondag, 2 september
De caravan stond gisteravond helemaal reisbereid, dat wil zeggen dat alleen de poten en nog onderuit moesten en de stroom eraf. Vanmorgen op tijd eruit en helemaal klaarmaken. Na een hartverscheurend afscheid van Roberto, Sergio en natuurlijk Karin, reden we om kwart voor tien weg.
De route was niet zo moeilijk en er zat een hoop (betaalde) snelweg in en dan schiet het lekker op. Eerst een stuk richting Milano en dan van weg veranderen richting Torino. De wegnummers waren goed te herkennen en toch slaagden we (Truus, Anneke en ik) erin om fout te rijden en een fraaie omweg te maken. Maar dat deel kwam ook weer goed. Dan is het op Aosta/Aoste aan sturen en daar de weg zien te vinden naar de Grote St Bernardtunnel. Die misten we dus en stoven Aosta in. Truus protesteerde ons terug te leiden via miesch kleine weggetjes waar ik het niet mee eens was. Uiteindelijk, na een vrijwel verticale klim, zag ik een mogelijkheid om onze 12 meter lange combinatie een gaatje in te sturen, waarna ik dan achterwaarts o.l.v. Anneke de handel kon doen keren. Ppffttt: gelukt! Na wat zoekwerk kwamen we toch in Etroubles aan, alhoewel eerst op het parkeerterrein van een hotel en dat was dus een afslagje te vroeg en daarna op de camping Tunnel, zo heet die. Ook weer stevig manoeuvreren om op het kleine terrassenveldje de sleurhut neer te kunnen zetten. Om kwart voor drie stonden we volledig horizontaal. Vanuit onze rondzit hebben we een prachtig uitzicht over Etroubles en achter ons in de bergweiden horen we het geklingel van 10-tallen koeienbellen. Dat vinden we nu nog leuk, maar als dat de hele nacht doorgaat, begin je toch andere ideeën daarover te krijgen. We zijn het zeer pittoreske dorpje in geweest en dat ziet er zo enorm authentiek uit: prachtig. Er staan verspreid over het dorpje z’n 30 kunstwerken van verschillende artiesten en er is een route langs gemaakt. Met de kaart in de hand zie je ze allemaal.
We hebben vandaag zo’n 220 kilometer gereden en hoofdzakelijk over de péage. Het laatste stuk naar Etroubles was stijl maar we zitten nu wel ineens op 1200 meter hoog, we zien sneeuw op de bergen! Oh, ’t weer! Bewolkt, af en toe zon en verder droog vandaag.
Maandag, 3 september
Voelden we ons gisteravond een beetje licht in de bolletjes (niet door de drank!), dat was vanmorgen, na een geweldige nachtrust, helemaal over. Onze conclusie was dat het de ijlere lucht moet zijn, waar je aan moet wennen. Vanmorgen in de caravan de verwarming maar aangedaan voordat we opstonden, het was gewoon fris. Daarna zijn we even op zoek geweest naar een levensmiddelenwinkel in Etroubles. Dat was inderdaad even zoeken en toen waren we heel gauw klaar: 3 x nx. Met verse broodjes geluncht en in de auto naar Aosta. Uit de literatuur blijkt dat een geweldig oude stad te zijn waar de Romeinen veel sporen hebben nagelaten. Maar allereerst naar de enige grote supermarkt in Aosta voor wat aankoopjes. Wat een vreemde tent was dat, gigantisch groot, ongelofelijk brede gangpaden, een enorm assortiment en het belangrijkste: stervens duur!
Maar goed, er moet gegeten worden, dus kiep die kar maar vol. Aangezien het hier gratis parkeren is en de afstand tot aan het oude centrum goed te lopen is, lieten we de auto mooi staan en togen per pedus apostolorum op pad. Het regenbuitje deerde ons niet en wij bezochten diverse oude zaken. Prachtig! 2000 jaar oude overblijfselen. Stadspoorten, een amfitheater, waterputten, muren en kerktorens. Bij mij kwam het eeuwige dilemma op: laten zoals het (gevonden) is of restaureren. Als het te mooi gerestaureerd wordt vind ik het niks meer, als het niet gerestaureerd wordt hebben we over een paar honderd jaar er niets meer van over en da’s ook niet goed.
Resumerend: met beleid restaureren in zo origineel mogelijke staat.
Op de terugtocht naar de ZWIT-too toch maar even de tank vol gooien met loodvrij, dan halen we Zwitserland in ieder geval. Bijna € 2,- per liter, goeie morgen, daar gaat het vakantiebudget. Alles bij elkaar vinden we Italië toch wel verrektes duur. Zwitserland heeft de naam, maar Italië is het. En mooi weer? Nou, niet helemaal.
Dinsdag, 4 september
We hadden gisteravond al de nodige voorzorgsmaatregelen genomen: eigenlijk stond alles al klaar in het kader van vertrekken. Maar ondertussen weten jullie hoe dat gaat: opstaan om 07:30 uur, wassen, knippen en scheren, ontbijten met verse Italiaanse broodjes en dan koffie. We hadden al overlegd hoe we van ons terrasje af moesten komen zonder met de auto of met de caravan over de kop te gaan.
Maar het bleef een tricky manoeuvre. Uiteindelijk melden er zich spontaan twee buren die wel even mee hielpen sjorren om de ZWIT-too aan de Kia te hangen. Ook weer opgelost. Om tien uur de laatste druppeltjes plassen voordat het grote werk begon. Het grote werk bestond hieruit dat we eerst een kilometer of 20 moesten klimmen naar een hoogte van tegen de 2000 meter (vanaf 1400 meter!) en dan de Grote St Bernard Tunnel in zouden rijden en die is 5,8 kilometer lang en kost € 38,-: bingo. Was de Italiaanse kant al heel mooi, met z’n huizen met leistenen daken, de Zwitserse kant ziet er dan heel anders uit. Vrolijker qua kleur, netter, schoner en ga zo maar door. En bergaf, ook niet verkeerd. We moeten nog zo’n 40 kilometer over tweebaanswegen via Bourg St. Pierre, Orsières, Sembacher, Bourg naar Martingy. En daar beginnen de vierbaanswegen. Via de A9 naar Montreux (met een prachtig uitzicht over Lac Leman, ook wel bekend als Meer van Genève) en dan de A 12 op richting Bern. We hobbelen meestal achter vrachtwagens aan en passeren er soms een. Na Bern staat de koers op Basel en daar komt me het een en ander bekend voor. Was het in Etrouble nog van de frisse, de temperaturen stijgen hier. Net spectaculair, maar toch. In Basel is het zoeken naar de afslag Mulhouse, want daar hebben we een camping op het oog: Camping L’ ILL. Volgens het campingboekje was het gemakkelijk te vinder vanaf de A36, maar Truus dacht er anders over en liet ons dwars door Mulhouse rijden. Met de caravan erachter, hè, vergeet dat niet. Afijn, we vinden de camping en checken in gelijk met een Engelse camper. Laat hij nou precies het zelfde meegemaakt hebben, met z’n niet-lullige camper dwars door het centrum van Mulhouse. Gedeelde smart is halve smart! Een parkachtige camping met mooie oude bomen en vreselijk veel vrije plaatsen. Maar wel met een verwarmd (25 graden) buitenbad! We hebben 331 kilometer op de tellers staan en al een drankje achter de kiezen.
Woensdag, 5 september
Na de lunch wilden we naar het centrum van Mulhouse. Per slot van rekening voegt het rondhangen op een camping ook niets toe. We hadden uitgevogeld dat dat het beste kon met de tram. Jawel, de tram. Lijn twee stopt vlakbij en er was ons verteld dat we kaartjes op de halte konden kopen. Die automaat zag er ook wel naar uit, maar was me toch un peut trop compliqué. Een dame met een jengelend zoontje wist me in rad Frans te vertellen hoe het moest en ik vertelde haar in rap……. dat ik er geen hout van snapte. Ze regelde het even voor ons. 2 kaartjes a 2 personen voor heen en terug: ook weer klaar. Bij Port Jeune moesten we uitstappen en niet bij Mairie en dan liepen we zo het centrum in. En dat was ook zo. Anneke’s ogen begonnen te glinsteren bij het zien van al die leuke winkeltjes waar ik natuurlijk helemaal geen interesse in had. Wat ons het meeste op is gevallen was dat de fraai ogende huizen en ook de Mairie gewoon geschilderd waren. Dus niks fraai stucwerk, mooie nisjes en leuke raampjes: alles nep, gewoon erop gekwast. Nou heeft dat natuurlijk ook wel weer wat, maar toch. We lieten ons verleiden neer te zakken op een aardig terrasje recht tegenover de kerk (ook geschilderd). Na het bestuderen van de prijslijst restte nog slechts een stofwolk: zo geschrokken waren we van deze prijskaart. In een zijstraatje, wel net zo leuk, werden we bars te woord gestaan door een hufter van een ober. Maar goed, we trapten erin en bestelden een drankje. Uit overtuiging lieten we geen cent fooi achter en ze vonden het nog niet eens vreemd. We zochten ligne deux weer op en toerden richting Camping L ‘Ill. Na het eten hebben we alles zoveel mogelijk opgeruimd om morgen op tijd weg te kunnen rijden.
Donderdag, 6 september
Het lukt ons dus gewoon niet om voor tienen te rijden. Maar vanmorgen zag het er hoopvol uit. Om 10 voor 10 hadden we de zaak aan het rijden. 3 x rechts, op de rotonde de tweede afslag, de volgende rotonde de eerste afslag, verrek, we zitten nu al fout. Truus heeft er een hekel aan om op een nette manier naar de snelweg te komen. Maar het kwam toch nog goed. Van Mulhouse moesten we eerst richting Colmar. Vandaar af moesten we dwars door de Vogezen en stegen we weer tot een meter of 1000. Waarna de afdaling begon. Dan het vizier op Nancy en daarna Metz.
En vanaf daar wordt het alleen maar drukker met verkeer dat naar Bruxelles gaat of naar Thionville/Luxemburg. Wij deden het laatste. Ons campinkje ligt iets ten zuiden van de stad Luxemburg (Letzebourg in het Luxemburgs) en onze Truus vond het zonder mankeren. Voor de receptie stond een mega-camper met een aanhangertje met een niet lullig motorretje erop. Hij kreeg te verstaan dat hij te groot was voor de camping en of ie even wilde vertrekken. Da’s natuurlijk beroerd voor hem, maar niet ongunstig voor ons. Er waren nog slechts twee plaatsen vrij. We mochten kiezen: nr 13 of 16. Gek hè, dan kies ik toch voor 16. Ik ben niet bijgelovig, maar je hoeft het ook niet over je af te roepen.
Het barst hier van de Nederlanders. Of ze nu op de heenreis of de terugreis zijn, is ons nog niet duidelijk. Onderweg zagen we wel sloten auto’s met caravans en campers richting zuid gaan: allemaal pensionado’s denken we dan maar. En gelijk hebben ze.
We hebben er vandaag zo’n 330 kilometer door gejast en hebben als (bijna) afsluiting maar een hapje buiten de caravan genuttigd.
Vrijdag, 7 september
Bij het opstaan vanmorgen was de eerste gedachte: liggen blijven, veuls te koud! De tweede gedachte sloot daarop aan: het elektrische kacheltje aanzetten en nog een keer omdraaien. Aldus geschiedde. Na ontbijt en koffie was het tijd voor geld besparende actie. Maar eens even naar een benzinestation om te tanken. Bingo, € 1,48 voor Euro 95 loodvrij. Tot op de laatste druppel vol. Daarna naar een grote Delhaize voor wat boodschappen en dan is het zomaar lunchtijd. Bus 192 rijdt vanaf Alzingen (vlak bij de camping) in een half uurtje naar het centrum van Luxemburg voor de somma van € 1,50 p/p. daar kun je geen auto voor parkeren midden in de stad. Van Alzingen via Hesperange, Howald, Bonnevole-Hippodrome naar Stad Luxembourg. Wat opvalt onderweg is dat alles er zo netjes en schoon uit ziet. Ook de vergezichten vanuit de bus zijn een mooi glooiend landschap. De stad zelf heeft een voetgangersgedeelte met vele terrassen en alle bekende merken hebben hier hun eigen winkeltjes. We bekeken o.a. het Hotel de Ville, het ruiterstandbeeld van Willem II, het groothertogelijk paleis en het herdenkingsmonument Gëlle Fra, waarvan Gëlle niet betekent wat je denkt, maar Gouden Vrouw betekent. We wilden ook graag de kazematten zien van de stad. Er waren ooit 23 kilometer gangen als verdedigingswerk, nu nog 16 kilometer. De Bockkazemat hebben we niet gezien, maar we hebben wel meer dan 400 treden gedaan (samen op en neer) van de Petrusskazematten. Onze gids was een Chinese of een Japanse en had de feiten goed uit haar hoofd geleerd. Dat wisten we zeker want we hadden het foldertje van te voren ook gelezen. Tegen zessen waren we weer terug op Bon Acceuil en hadden de bekende pijp uit.
’n Boeiend dagje vandaag. Morgen willen we op tijd weg en op huis aan.
Zaterdag, 8 september
En geloof het of niet, het lukte! Om klokje negen tufte onze combinatie de poort uit van de camping Bon Acceuil in Alzingen, 6 kilometer ten zuiden van Lëtzebuerg. Met evenzovele kilometers zaten we gelijk op de A6, richting Luik/Liège die dan overgaat in de E 25. ’t Was buitengewoon rustig op de weg en dan schiet het lekker op. Bij een koffiestop hoorden we van Nederlanders die ook noord gingen, dat ze een keer bekeurd waren in Luik omdat ze langer waren dan 6 meter en dat dat ter plekke niet getolereerd werd.
Dus hoe dichter we bij Luik kwamen hoe scherper we op de borden gingen letten. Niets over maximale lengte, wel een hoogtebegrenzing, maar dat was geen probleem met onze 2, 55 mtr.
Langs en door Luik liep ook als een treintje en we zien steeds meer caravans en campers richting zuid gaan. 90% daarvan heeft Nederlandse nummerplaten! Van Luik naar Maastricht is maar een klein stukje, Maar ze zijn wel aan het rommelen met de doorgaande A2. Wij hadden geen last, maar het verkeer uit het noorden was het haasje: 8 kilometer file en daar stonden een partij campers en caravans tussen, niet te kort. Tja, dan ben je weer in Nederland en dan denk je dat je zo thuis bent. Maar dat is een vergissing: nog 200 kilometer te gaan! De A 2 gaat naar Eindhoven en de A 73 buigt netjes af richting Venlo. Een prachtige weg, mooie uitzichten en niet te druk: heerlijk rijden. Deze weg, de A 73 dus, is jarenlang gesaboteerd door de milieukliek. Alles werd uit de kast getrokken om dit project te traineren. Eerst haalden ze een korenwolf uit de kast en toen dat niet werkte werd het een ridicuul klein insect wat door de grond kroop. Uiteindelijk zegevierde het gezonde verstand en werd de weg afgemaakt.
Verder maar weer. Venlo, Nijmegen en richting Arnhem. In Luxemburg hebben we getankt en we rijden op onze laatste druppels naar Jacq en Ellen in Lieren. We hebben 415 kilometer gereden en we moesten er 49,7 liter in kiepen. 1 liter op 8,35 kilometer! Onze Kia doet niets onder voor z’n baas, allebei stevige in nemers.
Statistiekjes:
Precies 4 weken weggeweest
2775 kilometer gereden
386 liter benzine getankt
Twee stevige passen in Zwitserland getackeld
Buiten NL hebben we 6 landen aangedaan: D, CH. I, F, B en L.
Het weer zat ons soms een beetje tegen, maar het maakte ons niet uit.
Ongelofelijk veel geleerd en, hoe wreed het ook klinkt:
We hebben onze zeilboot ZWIT niet gemist
-
20 Augustus 2012 - 15:46
Martin Le Mair:
Hoi Hans,
Alles goed zo te zien. Hier ook.
Het lijkt de Caribbean wel is een mooie uitspraak. Wij gaan komende januari naar Barbados en St. Lucia met vakantie. Vliegen wel te verstaan en niet met de boot.
Nog tips?
Groet,
Martin le Mair -
21 Augustus 2012 - 21:39
Sija & Nol Van Kuik:
Hallo Anneke & Hans,
Jullie hebben de kampeersmaak te pakken en genieten in en van jullie ZWIT too. Het slapen is vooral heerlijk! Geen ankercontrole en/of stress i.v.m. aanwakkerende wind.
GENIETEN is het toverwoord... wat je ook doet en waar je ook bent. Zijn over een poosje benieuwd naar jullie ervaring met campings in vergelijking met havens. Wij staan op het punt keuzes te maken: caravan/camper of alleen met de auto op pad.
Veel veilige kilometers en veel kampeerplezier.
Sija & Nol -
21 Augustus 2012 - 23:13
Evert En Jeanne:
Hallo Anneke en Hans,
Wat leuk te lezen dat jullie het zo goed naar jullie zin hebben en genieten van de prachtige natuur om je heen.
Veel plezier en geniet lekker van het kamperen, groetjes van Evert en Jeanne -
01 September 2012 - 22:15
Corine En Roel Koster:
Hoi Anneke en Hans,
Fijn te lezen dat ook het "varen" over land zijn bekoring heeft. Vergeet niet in Aosta de Asti Spumante te proberen. Wij zijn daar ook geweest, mooie regio.
Wij hebben inmiddels hotel De Smittenberg gereserveerd voor jullie feest. We vinden de avonden in september te kort en te koud voor de caravan.
Hebben jullie nog wensen ? Laat ze ons weten.
Nog veel caravanplezier en tot mails en/of tot ziens.
Hartelijke groet,
Corine en Roel. -
02 September 2012 - 15:28
Louis En Wies Weerman:
Hallo Hans en Anneke,
De vorige bewoners van de boshut volgen ook nu de reisverslagen weer met veel plezier. Ook wij toeren met een caravan maar zijn iets minder avontuurlijk.
Nog veel kampeerplezier.
Hartelijke groeten,
Louis en Wies -
09 September 2012 - 10:11
Hoi Anneke & Hans:
Fijn dat jullie weer gezond en met al deze nieuwe ervaringen weer thuis zijn, nu lekker na genieten en daarna denk ik de Zwit oo schoon maken voor de stalling. Spreken en zien elkaar over een paar dagen.
groeten,
Ron,
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley